14 Hindernissen én oplossingen bij het bewegen!
1. Geen tijd
Iedereen krijgt 24 uren per dag om te besteden. Als je ze niet aan sport of bewegen wilt
besteden, heb je ervoor gekozen om andere dingen belangrijker te maken. Maar bewegen
is een voorwaarde om de conditie te hebben/houden om andere dingen goed te kunnen
doen. Klopt je afweging dan wel?
2. Geen energie
Veel mensen hebben als ze thuiskomen van hun werk geen energie meer om te sporten. De vraag is wat de oorzaak is en wat het gevolg. Altijd maar met je hoofd bezig zijn, maakt je moe. Als je ergens in je dag ruimte vindt voor (extra) bewegen, kan het goed zijn dat je de hele dag en avond meer energie krijgt.
3. Ik houd niet van sporten
Er is altijd een reden voor een afkeer van bewegen. Bijvoorbeeld dat je het gevoel hebt dat je er niet goed in bent, of dat het je herinnert aan situaties waarin je niet kon meekomen met de anderen (als laatste gekozen bij gym?). Of je houdt niet van zweten, omdat je dat vies vindt. Of je voelt dan je lichaam extra goed en je hebt geen vriendschappelijke relatie met je lichaam. Al deze dingen betekenen dat je een betere relatie met je lichaam kunt gebruiken. Het is een belangrijke factor in het vergroten van je levensgeluk. Je reden om niet te bewegen is dus een sterke reden… om wel te gaan bewegen. En wat houvast kan bieden: mogelijk vond je het bewegen voorheen niet leuk omdat je de verkeerde vorm had gekozen (iets wat niet bij je paste), of omdat je op een verkeerde intensiteit bezig was (te zwaar zodat het niet haalbaar was, of te licht zodat het te weinig effect had).
4. Ik beweeg al genoeg in mijn werk
Een bouwvakker, verpleegster, postbode of stewardess beweegt meer dan iemand met een zittend beroep. Je gebruikt echter niet alle spieren en bouwt niet vanzelf een goede conditie op. Juist om je beroep goed te kunnen blijven uitoefenen, heb je die conditie nodig. Daarvoor kun je gaan sporten.
5. Met dit weer kan ik niet gaan sporten
Als je buiten aan het sporten bent, warm je op en ga je zweten. Koud weer of regen maakt dus niet zoveel uit en als je binnen zit en het koud hebt, is bewegen juist de oplossing. Het kan je helpen om de juiste kleding te dragen (bescherming tegen wind, goed ademend, etc.). Er zijn in Nederland maar weinig dagen dat het weer echt ongeschikt is om te gaan sporten (bijvoorbeeld sterke windstoten of grote hitte). Op alle andere dagen kun je met jezelf afspreken dat je gaat en dat je na een kwartier mag stoppen als het echt niet te doen is. Verder helpt het om een binnen-alternatief te hebben voor die keren dat buiten sporten niet gaat.
6. Ik ben te zwaar
Als je veel overgewicht hebt, is het verstandig om met bepaalde sporten te wachten. Hardlopen kan bijvoorbeeld een te grote belasting zijn, dus je kunt beter beginnen met wandelen. Of kies eerst low impact aerobics in plaats van steps. Maar juist met overgewicht heb je er extra veel belang bij om wel te gaan sporten! Ben je bang dat mensen naar je kijken en een oordeel hebben? Heel vaak zijn ze gewoon met zichzelf bezig en niet met jou. En als ze je zien, zien ze iemand die werk maakt van zijn overgewicht en daar hebben veel mensen respect voor. Je mag er zelf dus ook trots op zijn.
7. Ik heb last van mijn rug/knie/teen/pols
Bij gezondheidsklachten kun je het beste overleggen met je (huis)arts of fysiotherapeut welke sport het meest geschikt is voor je. Uit veel onderzoek blijkt dat bewegen juist helpt om sneller van je klachten af te zijn. Maar beweeg wel verantwoord, forceer niet.
8. Ik heb geen geld om te sporten
Vind een gratis vorm van bewegen. Wandelen, fietsen, touwtjespringen, voetballen op het grasveldje in de buurt of zwemmen in buitenwater bijvoorbeeld. Door je verbeterde conditie zal je geld besparen. Dingen lopend of fietsend doen in plaats van met de auto of de bus bespaart zelfs direct geld.
9. Ik heb al veel sporten gedaan, maar na een tijdje geef ik op
Zoek een sport die bij je past en ga het doen. Maak er een gewoonte van, net als bij tandenpoetsen voor het slapengaan. Je hoeft niet altijd alles leuk te vinden, als je het maar doet. Soms helpt het om samen met iemand anders te sporten.
10. Degene met wie ik afspreek om te sporten, zegt vaak af
Spreek met iemand af aan wie je echt wat hebt. Als jij discipline voor twee moet hebben, omdat de ander steeds niet wil, kost het je meer dan het je oplevert. Kies dan voor jezelf en laat de ander zijn eigen keuzes maken. Of vind een ander sportmaatje.
11. Ik voel me niet zo lekker
Er zijn twee redenen om je sportmoment over te slaan: je hebt koorts of je bent herstellende van een infectie of ziekte. In alle andere gevallen kun je gewoon gaan. Indien nodig doe je iets rustiger aan of kort je het programma in; luister altijd naar je lichaam. Meestal voel je je beter als je (op het juiste tempo) gaat sporten. Niet gaan voelt altijd slecht.
12. Als ik thuis ben, wil ik aandacht besteden aan mijn partner en/of kinderen
Je partner en kinderen hebben belang bij jouw gezondheid en goede humeur, dus jouw sport is ook in hun belang. Mogelijk zijn er vormen van bewegen die je met hen samen kunt doen, bijvoorbeeld wandelen, een spel op de Wii of badmintonnen buiten. Waarschijnlijk hebben jullie het dan leuker dan wanneer je samen tv kijkt. Of je gebruikt momenten dat je partner of kind ook bezig is. Ga bijvoorbeeld een stuk wandelen als je kind op het hockeyveld staat of ga trainen als je partner even op de computer zit voor zijn werk.
13. Ik heb nog niet de juiste schoenen om te sporten
Goede schoenen en geschikte kleding kunnen erg belangrijk zijn voor het goed uitoefenen van je sport, vooral bij hardlopen. Maar tot je de juiste hulpmiddelen hebt, kun je best iets anders doen. Bijvoorbeeld wandelen, op blote voeten trainen in het gras, fietsen of op de crosstrainer zitten.
14. Ik weet niet wat voor sport ik moet gaan doen
Vaak heb je eerst een goede basisconditie nodig. Daarna kun je die onderhouden met een sport die je leuk vindt. Als je nog geen sport weet, begin dan voorlopig met wandelen, fietsen, zwemmen of iets anders wat goed te doen is voor je. Terwijl je conditie verbetert, ga je ook het bewegen leuker vinden en merken wat er wel en niet bij je past. Dan komt er ofwel een leuke (aanvullende) sport op je pad, of je blijft in ieder geval je basistraining onderhouden.
Inhoud is gebaseerd op: ‘Waarom zou je niet bewegen?’ uit Jouw personal health coach Yneke Vocking en later bewerkt door mijn collega Meijke van Herwijnen